Voortgezet onderwijs / Ouders / Vragen
Passend onderwijs betekent dat ieder kind recht heeft op een onderwijsaanbod dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en behoeften. Het doel is om kinderen zo veel mogelijk binnen het reguliere onderwijs te laten leren, met de juiste ondersteuning.
Na groep 8 gaat jouw kind naar de middelbare school (het voortgezet onderwijs). Een enkele keer gaat een leerling eerder al naar de middelbare school. Dit kan als de basisschool of jij vindt dat jouw kind is uitgeleerd op de basisschool.
Om een school te vinden die bij je kind past, kun je verschillende stappen nemen. Praat met andere ouders, vraag de juf of meester van de basisschool welke scholen zij/hij geschikt vindt en bezoek open dagen. Middelbare scholen organiseren open dagen zodat jij en jouw kind kunnen komen kijken op school. Informatie hierover kan je vinden op de site van de Gooise Gids. https://www.gooisegids.nl/
In de regio Gooi en Vechtstreek kan je zelf je kind direct aanmelden bij een school. Meer informatie over het aanmelden kan je vinden op de site van de Gooise Gids https://www.gooisegids.nl/
Daarnaast kunt u de juf of meester van uw school vragen welke scholen zij geschikt zouden vinden voor uw kind.
Ja, in de meeste gevallen kun je je kind bij meerdere scholen aanmelden. Dit geeft je meer kans om een plek te krijgen op een school van je voorkeur. Het is belangrijk om de regels en procedures van de scholen te raadplegen, omdat er mogelijk wel beperkingen zijn.
Nee. Met aanmelden zeg je niet meer dan dat je wilt dat jouw kind naar deze school gaat. Bij inschrijven houdt de school een plek vrij voor jouw kind en heeft de school een zorgplicht. Zorgplicht betekent dat school ervoor moet zorgen dat jouw kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft.
Bij inschrijving krijg jij als ouder ook plichten. Je gaat akkoord met het schoolreglement en met de pedagogische visie van school.
Je mag je kind aanmelden bij verschillende scholen. Maar je kind mag maar op één school tegelijk zijn ingeschreven.
Na aanmelding op een school zal de school de aanmelding in behandeling nemen. Ze kunnen contact met je opnemen met jouw of de basisschool voor aanvullende informatie en kunnen een kennismakingsgesprek of toelatingstest organiseren. Uiteindelijk beslist de school of ze je kind wel of niet plaatsen.
Na de aanmelding zal de school de inschrijving van je kind afronden als ze hebben besloten om je kind te plaatsen. Je ontvangt dan officiële inschrijvingsdocumenten die je moet invullen en ondertekenen.
Bij inschrijven houdt de school een plek vrij voor jouw kind en heeft de school zorgplicht. Zorgplicht betekent dat school ervoor moet zorgen dat jouw kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft.
Bij inschrijving krijg jij als ouder ook plichten. Je gaat akkoord met het schoolreglement en met de pedagogische visie van school.
Ja, je kunt zelf je kind aanmelden. Dit is niet hetzelfde als inschrijven. Voordat de vso school jouw kind inschrijft moet eerst een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) zijn afgegeven. Een TLV wordt door de basisschool aangevraagd bij Qinas, het samenwerkingsverband passend onderwijs voor vo scholen. Zie voor meer informatie de site van Qinas. https://www.qinas.nl/po-scholen/route-po-vso
Ja, je kan je kind zelf aanmelden. Maar voordat de vso school uw kind inschrijft moet eerst een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) zijn afgegeven. Een TLV wordt door de lagere school aangevraagd bij Qinas het samenwerkingsverband passend onderwijs voor vo scholen. Zie voor meer informatie de site van Qinas. https://www.qinas.nl/po-scholen/route-po-vso
Als je al weet dat je kind extra hulp nodig heeft, is het belangrijk om dit tijdens de aanmelding aan te geven. De school zal dan kijken naar de mogelijkheden om de benodigde ondersteuning te bieden.
Als je kind naar de middelbare school gaat, vult de juf of meester van de basisschool, meestal samen met jou en jouw kind, het onderwijskundigrapport (OKR) in. Dit dossier wordt gestuurd naar de middelbare school waar je kind naar toe gaat. De basisschool mag het OKR sturen zonder toestemming van ouders.
Als jouw kind op de basisschool extra ondersteuning kreeg, kan dit ook worden vermeld in het OKR. Daarnaast kan de basisschool in gesprek gaan met de middelbare school. En natuurlijk kan je zelf ook in gesprek gaan met de middelbare school over wat jij denkt dat jouw kind nodig heeft en wat school kan bieden.
De middelbare school mag je kind weigeren als bijvoorbeeld de school vol is. De school mag jouw kind niet weigeren omdat je kind extra ondersteuning nodig heeft. Je kan altijd in gesprek gaan met school om de redenen voor de weigering te bespreken.
Als de school niet kan bieden wat je kind nodig heeft, moet de school helpen een andere, passende, school te vinden. Je kan ook contact opnemen met Qinas. Qinas is het samenwerkingsverband voor passend onderwijs in de regio. Voor meer informatie zie de brochure: ‘wat is passend onderwijs vo’.
Scholen bieden verschillende vormen van ondersteuning, zoals remedial teaching, extra begeleiding, aanpassingen in lesmateriaal of aanpassingen in de omgeving. De aard en zwaarte van de hulp en hoe vaak of lang de hulp wordt gegeven hangt af van de specifieke behoeften van je kind en het ondersteuningsaanbod van de school.
De hulp die je kind kan krijgen is opgebouwd in drie niveau’s: basis ondersteuning, extra ondersteuning en speciale ondersteuning. De basis ondersteuning en extra ondersteuning zijn beschreven in het school ondersteuningsprofiel (SOP). De ondersteuning moet de school ook kort hebben beschreven in de schoolgids die op de website van school staat.
Speciale ondersteuning krijgt een kind alleen op een vso school (gespecialiseerde school).
De school zal de ondersteuningsbehoefte van je kind in kaart brengen door observaties, gesprekken met jou als ouder, informatie vanuit de basisschool (bij overgang) en mogelijk ook door het inschakelen van externe deskundigen. Samen met jou wordt er een plan opgesteld om de benodigde ondersteuning te bieden.
Een ondersteuningsprofiel (ook wel schoolondersteuningsprofiel, SOP) is een document waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. Het profiel geeft inzicht in de onderwijs- en ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ondersteuning bestaat uit basisondersteuning en uit extra ondersteuning Elke 4 jaar moet school het SOP vernieuwen. School mag de ondersteuning ook beschrijven in de schoolgids.
Het SOP of de schoolgids zijn te vinden op de website van school. Is het SOP hier niet te vinden? Informeer dan bij school naar het SOP.
Een ondersteuningsplan is een beleidsplan waarin de school of het samenwerkingsverband voor passend onderwijs beschrijft hoe zij de ondersteuning aan leerlingen vormgeven. Hierin staat onder andere welke ondersteuning de school biedt en hoe ze samenwerken met andere organisaties. In de Gooi en Vechtstreek is Qinas het samenwerkingsverband voor vo scholen. Unita is het samenwerkingsverband voor po scholen.
Nee, een diagnose is niet altijd nodig voor het verkrijgen van (extra) hulp op school. Scholen kunnen ondersteuning bieden op basis van de onderwijsbehoeften van een kind, ook zonder officiële diagnose. Het hangt er van af welke hulp nodig is. Voor hulp bij dyslexie (bijvoorbeeld tijdverlenging) is een diagnose nodig. Voor hulp voor bijvoorbeeld ADHD, faalangst of autisme niet. Een diagnose kan de school helpen te bepalen welke hulp nodig is.
Basisondersteuning is de ondersteuning die alle reguliere scholen moeten bieden aan alle leerlingen. Er zijn geen lijstjes met wat school moet bieden. Wel wordt elke school geacht een goed pedagogisch klimaat, mentoraat, remedial teaching, hulp bij dyslexie of trainingen sociale vaardigheden te bieden. Hoe school dit doet bepaalt school zelf. Sommige scholen kiezen bijvoorbeeld voor extra aandacht bij rekenproblemen. Het belangrijk om bij het uitzoeken van een school goed te kijken naar het schoolondersteuningsplan (SOP) en door te vragen naar wat mogelijk is bij de ondersteuning. De basisondersteuning is ook beschreven in de schoolgids. Het SOP en de basisondersteuning zijn te vinden op de site van school.
Als basisondersteuning nodig is, wordt dit opgeschreven in het leerlingdossier. In het leerlingdossier staat welke ondersteuning is gegeven, hoe vaak en of het geholpen heeft. Als ouder of als kind mag je altijd meepraten over de basisondersteuning. Een goede samenwerking tussen school-ouders-leerling is belangrijk. Maak dus afspraken hoe je met elkaar omgaat. Hoe je elkaar laat weten hoe het gaat op school maar ook hoe het thuis gaat.
Als basisondersteuning nodig is, wordt dit opgeschreven in het leerlingdossier. In het leerlingdossier staat welke ondersteuning is gegeven, hoe vaak en of het geholpen heeft. Als ouder of als kind mag je altijd meepraten over de basisondersteuning. Een goede samenwerking tussen school-ouders-leerling is belangrijk. Maak dus afspraken hoe je met elkaar omgaat. Hoe je elkaar laat weten hoe het gaat op school maar ook hoe het thuis gaat.
Als een kind niet genoeg heeft aan de basisondersteuning kan in de Gooi en Vechtstreek de school extra ondersteuning (arrangement) aanvragen bij Qinas, het samenwerkingsverband voor passend onderwijs (vo). Voorbeelden van extra ondersteuning zijn coachingstrajecten op de sociaal-emotionele ontwikkeling of op gedrag. Maar ook training in plannen en organiseren of training gericht op inzicht en oefenen in het leren leren. Voor huiswerkbegeleiding kan school geen ondersteuning aanvragen bij Qinas.
Speciale ondersteuning wordt alleen geboden op een vso school. Om toegelaten te worden moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd door de school waar uw kind vandaan komt. Dit kan de basisschool zijn of de middelbare school.
Lwoo betekent: 'leerweg ondersteunend onderwijs'. Lwoo is ondersteuning bedoeld voor vmbo leerlingen die daar een speciale diagnose voor hebben.
In de regio Gooi en Vechtstreek is geen lwoo omdat de scholen hebben afgesproken het geld voor lwoo in te zetten voor alle vmbo leerlingen. De school besteedt het geld dus aan alle vmbo leerlingen op school en niet alleen aan een paar.
Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die zich voornamelijk richten op praktische vaardigheden en minder op theoretische vakken. Praktijkonderwijs wordt gegeven op een praktijkschool. Op een praktijkschool leren leerlingen door dingen te doen en niet zozeer door er over te lezen in boeken. Ze leren dus in de praktijk. Leerlingen worden voorbereid op werk en niet op verder leren.
Voor inschrijving op de praktijkschool is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. In de Gooi en Vechtstreek is 1 praktijkschool: De Gooise Praktijkschool https://gooisepraktijkschool.nl/
Om te praten met school over extra hulp/ondersteuning kun je een afspraak maken met de mentor, ondersteuningscoördinator of een andere betrokken medewerker. Bereid het gesprek goed voor en geef duidelijk aan welke zorgen of behoeften je hebt voor je kind.
Op school is er vaak een ondersteuningscoördinator, of een team dat zich bezighoudt met extra hulp en passend onderwijs. Zij coördineren de ondersteuning en werken samen met docenten en andere betrokkenen.
Als het niet lukt om de hulp voor je kind te organiseren, kun je contact opnemen met Qinas, het samenwerkingsverband in de Gooi en Vechtstreek. Zij kunnen ondersteuning bieden en samen met jou naar oplossingen zoeken.
Handelingsverlegenheid betekent dat de school niet voldoende mogelijkheden heeft om de juiste ondersteuning te bieden aan een leerling. In dat geval kan het samenwerkingsverband worden ingeschakeld om te kijken naar alternatieve oplossingen.
Als je kind tijdelijk niet naar school kan, bijvoorbeeld vanwege ziekte of een andere reden, kun je in overleg met school kijken naar de mogelijkheid van aangepast onderwijs, thuisbegeleiding of onderwijs op afstand.
Digitaal afstandsonderwijs kan een waardevol onderdeel zijn van hulp aan een kind dat tijdelijk niet of minder naar school kan. Maar scholen mogen een kind niet zomaar digitaal afstandsonderwijs geven, er gelden regels voor. Het ministerie van OCW heeft in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs en het Steunpunt Passend Onderwijs twee brochures ontwikkeld waar deze regels in staan uitgelegd.
Brochure Digitaal afstandsonderwijs informatie voor ouders
Brochure Digitaal afstandsonderwijs informatie voor professionals
Het is belangrijk om relevante informatie over je kind te delen met school. Denk aan medische informatie, leerproblemen, gedragsproblemen of andere zaken die van invloed kunnen zijn op het leerproces en de ondersteuningsbehoefte van je kind.
In principe mag de school niet zonder jouw toestemming met je kind praten als het gaat om gevoelige informatie. Het is belangrijk dat ouders betrokken zijn bij gesprekken die hun kind aangaan.
Een 'warme overdracht' is de overdracht van informatie en kennis over een leerling van de ene school naar de andere. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de overgang van het primair (basis) onderwijs naar het voortgezet onderwijs, zodat de nieuwe school goed geïnformeerd is over de ondersteuningsbehoefte van je kind.
School mag informatie over je kind bespreken met andere betrokkenen, zoals interne zorgverleners, externe ondersteuningsinstanties, het samenwerkingsverband, en in sommige gevallen met andere professionals die bij de zorg voor je kind zijn betrokken. Hierbij geldt uiteraard wel de privacywetgeving.
Als je kind jeugdhulp nodig heeft, bijvoorbeeld vanuit de gemeente, is het belangrijk om dit te bespreken met de school. De school kan dan samenwerken met jeugdhulpverleners om de ondersteuning af te stemmen.
Als je denkt dat je kind misschien beter past op een andere school, bespreek dit dan met de huidige school. Samen kunnen jullie kijken naar de mogelijkheden en eventuele stappen die genomen moeten worden.
Een onderwijskundig rapport is een document waarin relevante informatie over je kind wordt vastgelegd, zoals de onderwijsprestaties, ondersteuningsbehoeften en eventuele bijzonderheden. Dit rapport kan worden overgedragen aan een nieuwe school.
Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is bedoeld voor leerlingen met ingewikkelde onderwijsbehoeften die niet voldoende kunnen worden opgevangen binnen het gewone onderwijs. Vso-scholen zijn gespecialiseerd in het bieden van passend onderwijs aan deze leerlingen. Vso-scholen zijn er op elk onderwijsniveau.
(Voortgezet) speciaal onderwijs wordt ook gespecialiseerd onderwijs genoemd.
Een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is een document dat aangeeft dat een leerling toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. Dit wordt ook wel gespecialiseerd onderwijs genoemd. De TLV wordt afgegeven door het samenwerkingsverband voor passend onderwijs.
In de regio Gooi en Vechtstreek is Qinas het samenwerkingsverband voor passend onderwijs.
Het is mogelijk dat een leerling na een periode in het speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs terugkeert naar een reguliere vo school. Dit wordt vaak in overleg tussen de betrokken scholen en ouders besproken en er kan een nieuwe ondersteuningsaanvraag nodig zijn.
Op de website van Qinas is een stappenplan beschreven hoe de (v)so school in overleg met de leerling en ouders, de overgang naar een reguliere vo kan aanpakken.
Als je kind naar een (gespecialiseerde) school gaat die ver weg is, kan in sommige gevallen leerlingenvervoer worden geregeld. Informeer bij de gemeente waar je woont naar de mogelijkheden en voorwaarden voor leerlingenvervoer.
Als je het niet eens bent met de school over extra hulp of overplaatsing op een andere school, is het belangrijk om hierover in gesprek te gaan. Mocht het niet lukken om samen tot een oplossing te komen, dan kun je een klacht indienen bij de school of contact opnemen met het samenwerkingsverband.
Als je er samen met school echt niet uitkomt, kun je een beroep doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Deze persoon kan helpen bij het zoeken naar een oplossing of bemiddelen tussen jou en de school.
Als je het niet eens bent met de school of als je kind mogelijk naar een andere school moet, kun je te maken krijgen met een vertrouwenspersoon, een medewerker van het samenwerkingsverband, een consulent passend onderwijs of een juridisch adviseur.
De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de naleving van de leerplichtwet. Hij of zij kan worden ingeschakeld als er sprake is van verzuim of andere leerplichtgerelateerde zaken.
Een ouder- en jeugdsteunpunt is een instantie waar ouders en jongeren terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning op het gebied van onderwijs.
Leerlingvervoer regel je meestal via de gemeente waarin je woont. Zij hebben informatie over de mogelijkheden, voorwaarden en aanvraagprocedure. Het is verstandig al vroeg contact te zoeken met de gemeente als je denkt dat je kind vervoer nodig heeft.
Leerlingenvervoer is bedoeld voor leerlingen die door een beperking of handicap niet zelfstandig naar school kunnen reizen. De exacte voorwaarden kunnen per gemeente verschillen. Het is verstandig al vroeg contact te zoeken met de gemeente waarin je woont als je denkt dat je kind vervoer nodig heeft.
Je kunt leerlingenvervoer aanvragen bij de gemeente waarin je woont. Zij zullen je informeren over de benodigde documenten en de procedure.
De kosten van leerlingenvervoer verschillen per gemeente. Sommige gemeenten vragen een eigen bijdrage, terwijl in andere gevallen het leerlingenvervoer kosteloos is. Informeer bij de gemeente waarin je woont naar de specifieke kostenregeling.